Category Archives: bericht uit nieuw-nederland

Bericht uit Nieuw-Nederland (6)

De Nor’easter

De eerste nor’easter sneeuw storm dit jaar heeft het landschap bedekt onder een egale laag witte sneeuw van ongeveer 25 centimeter. De wegen zijn stil, hier en daar schuift een op dit weer onberekende Toyota of Nissan weg in de bocht. Alleen de pick-ups en SUVs met de gele sneeuwschuivers op de voorbumper gemonteerd rijden af en aan, maar het is onmogelijk voor de ‘4-wheel drives’ om de sneeuwval bij te houden. Deze sneeuwschuivers zijn doorgaans op contract basis ingehuurde kleine zelfstandigen die nog voor het seizoen goed en wel begonnen is, ingehuurd worden tegen een vaste prijs, sneeuwval of niet. Het is de gok van de vrije markt, een spel dat zowel client als zelfstandige speelt in de hoop dat het geluk van het seizoen aan hun zijde is. Zou er veel sneeuw vallen dit jaar of slechts een paar tientallen centimeters. Een van de twee partijen zal geld moeten bijleggen op het contract, hoe dan ook. Ik heb de logica van dit soort afspraken nooit helemaal begrepen, helaas. Het gevolg is onherroepelijk dat je werk doen inhoudt dat je geld verliest, aangezien de sneeuwschuiver het geld al op voorhand in de zak heeft nog voordat hij een vinger uitgestoken heeft. Dus, bij elke sneeuwval, zakt het lood hem diep in de schoenen, want het betekent verloren tijd die beter besteed had kunnen worden ware het niet die f@#ing sneeuw. Meer vraag naar sneeuwschuivers als gevolg van de vele sneeuw zou het volgende jaar weliswaar hogere prijzen veroorzaken, maar dat zou slechts betekenen dat nog meer pick-up en SUV eigenaren een gele metalen sneeuwschuiver zouden aanschaffen, hetgeen de prijs weer in evenwicht zou brengen, terwijl het twee jaar eropvolgend de prijzen weer lager zouden zijn dan ze nu al waren als gevolg van de vele sneeuwschuivers. Daarentegen is er de op quid pro quo basis werkende sneeuwschuiver, die de eerste sneeuwvlokken met een glimlach tegemoet ziet, die fluitend de sneeuw van de weg veegt en vreugde aan zijn metier beleefd, voor wie lage grijze luchten in de winter liever zijn dan azuurblauwe hemelen in de zomer.

Slechts een kleine week geleden nog maar was het een heerlijke ‘Indian Summer’ dag met een zomerse bries van ongeveer 20 graden. Nu vroor het en raasde er een winterstorm voorbij. Ik heb al een paar grieperige dagen en verkoudheden onder de leden gehad dit jaar vanwege het ongelofelijk onregelmatige weer in New England. Ik ben gewend aan de regelmatige Amsterdamse dagen, waar het weer van morgen min of meer te voorspellen is aan de hand van het weer van vandaag. Ik heb jarenlang geen truttig weerbericht meer gelezen, gehoord of gezien, en was nooit te warm of te licht gekleed. Een sjaal? Ik had een paar weken tijd om te beslissen of ik langzaamaan misschien eens een sjaal om mijn hals moest slaan. Maar nu, hier in New England, luister ik door schade wijs geworden ‘s ochtends als eerste naar het weerbericht voor de dag. Een locaal gezegde luid: “als je een hekel hebt aan het weer, wacht dan even tien minuten”. Bovendien, kan ik met mijn Europees georienteerde geografie maar niet aan het idee wennen dat ik weliswaar op dezelfde latitude als Spanje woon, maar dat de winters desondanks echte Anton Piek winters zijn. Continue reading

Bericht uit Nieuw-Nederland (5)

Koffie Cultuur in de VS

Sinds ik in de VS woon ben ik eigenlijk pas echt koffie gaan drinken. Misschien is het een toevallige samenloop van omstandigheden waaruit ik misleidende conclusies trek, maar koffie en Amerika zijn voor mij innig met elkaar verbonden. Weliswaar drinkt de gemiddelde Europeaan meer koffie per hoofd van de bevolking, maar het culturele belang en het effect ervan op de gemiddelde Europeaan lijkt me aanzienlijk kleiner dan op de gemiddelde Amerikaan. Koffie in de VS is immers een culturele obsessie. Bedrijfsketens met duizenden vestigingen zoals Dunkin-Donuts of Starbucks bepalen het straatbeeld. Met name in de ochtend (90% van de koffie in de VS wordt in de ochtenduren geconsumeerd) haasten zich honderden miljoenen witte schuimbekers met vetgedrukte oranje en roze letters over straat, in de ochtendspits of in de trein, drive-ins zijn een laatste stop voor het leger gehelmde en gatatoueerde bouwvakkers op weg naar de bouwplaats, tijdens de lunch duiken mannen strak in het pak de coffeeshops in, studenten hangen van de vroege namiddag tot de late avond in de comfortabele banken van een van de coffeeshops rond de campus om de laatste of de eerste hand te leggen aan een werkstuk, en politieagenten houden zich warm tijdens het bewaken van wegopbrekingen met koffie.

Dit massa-psychose ritueel is er de oorzaak van dat de diepste indruk van Europa die Amerikanen hebben is dat auto’s er geen bekerhouders hebben (hetgeen in de VS is alsof je een auto zonder wielen verkoopt) of dat men er zulke ontzettende kleine kopjes koffie schenkt, zo klein blijkbaar dat mijn schoonvader per definitie altijd 2 koppen koffie bestelde. Het is dan ook mijn stellige overtuiging dat de snel geagiteerde en geobsedeerde aard van de New-England-er te wijten is aan de monstermaten koffie die er gedronken worden. De naam koffie komt niet voor niets van het Arabische ‘qahwa’, dat letterlijk “wat de slaap voorkomt” betekent. De Arabieren kookten sinds de 9e eeuw de koffie bonen in water en dronken het stimulerende extract als alternatief voor alcohol dat voor Moslims verboden is. Continue reading

Bericht uit Nieuw-Nederland (4)

Blij dat ik Rij op het Spoor

Vanaf het begin der tijden al herinner ik me de discussie over de verzelfstandiging van de Nederlandse Spoorwegen, en op de een of andere manier lijk ik mij te herinneren dat in die discussie, zoals in alle andere discussies over privatisering overigens, dat er steeds maar weer naar de VS werd gewezen om aan te tonen hoe noodzakelijk die verzelfstandiging wel niet is. Een andere indruk die ik gedurende de loop der tijden heb overgehouden aan de privatisering van de Nederlandse Spoorwegen, is dat het een chaos zoniet een complete mislukking is, en dat het door links wordt gebruikt om aan te tonen dat alle privatiseringen per onmiddelijke ingang moeten worden stilgezet. Het credo nu is niet meer ‘de markt’ maar ‘pas op de plaats’. Voorstanders van privatisering worden ‘markt-fundamentalisten’ genoemd, het management van de NS heet steevast ‘mismanagement’, het befaamde ‘rondje rond de kerk’ beleid was de druppel, kortom ‘crisis op het spoor’. Toen ik naar de VS verhuisde was mijn verwachting dan ook dat ik een volkomen geprivatiseerd openbaar vervoer systeem zou aantreffen zonder de mistwolk van problemen en frustraties die rondom het hele idee van ‘Openbaar Vervoer’ was opgetrokken in Nederland. Dus besloot ik me eens te wagen aan een vergelijking tussen de spoorwegen in de VS en de NS.

Dagelijks forens ik van mijn woonplaats Stamford naar New Haven, waar ik aan de universiteit aldaar werk. Sinds een paar weken neem ik de vroege trein van 6.46am. De eerste dag dat ik de vroege trein nam, had deze voor de eerste keer in een paar maanden direct een vertraging van een half uur, waardoor ik net zo goed de 7.11am trein had kunnen nemen. De 6.46 is een stoptrein van de MTA die 62 minuten nodig heeft om 41 mijl, oftewel 66 kilometer, af te leggen. De MTA is de Metropolitan Transportation Authority, dat het complete Openbaar Vervoer in en rondom NYC voor haar rekening neemt. Het is een ‘public-benefit’ onderneming ingesteld door de staat New York in 1965. De Raad van Bestuur wordt benoemd door de gouverneur van NY, de burgemeester van NYC en 7 andere gemeentes, met adviserende leden namens de vakbond en reizigers, waarmee het een soort SER/poldermodel van bestuur kent. Alle leden moeten worden goedgekeurd door het parlement van NY. Zoals het een goed spoorwegenbedrijf betaamt, kende de MTA in 2002 een negatief bedrijfsresultaat van 2,9 miljard dollar. Continue reading

Bericht uit Nieuw-Nederland (3)

Labor Day

De eerste maandag in september, viert men in de VS ‘Labor Day’. Sinds 1894 is Labor Day een officiele feestdag en veel Amerikanen gaan dan traditioneel picknicken, de vakbonden houden grote bijeenkomsten en politieke leiders houden toespraken om de gunst van de Amerikaanse arbeider. Maar of het dit jaar ook een feestelijke picknick zal zijn is de vraag. Hoewel de recessie in de VS al ruime tijd voorbij is, groeit het aantal banen nauwelijks. Sinds het begin van de recessie in maart 2001, is het aantal banen zelfs met 2,7 miljoen afgenomen, een record sinds de Grote Depressie.

Tijdens het presidentschap van George W. Bush steeg de werkloosheid van 3,9% tot 6,2%, ofwel 9,2 miljoen. Met name Afro-Amerikanen kennen een hoge werkloosheid van maar liefst 11,1%, terwijl Hispanics te maken hebben met 8,2% werkeloosheid. Volgens het Bureau of Labor Statistics (BLS) is dat bovendien slechts 60% van het totaal aantal van 15,3 miljoen, dat werkzoekend, gedeeltelijk werkzoekend is of die zo ontmoedigd zijn dat ze maar gestopt zijn werk te zoeken. De banencrisis doet zich met name voor in de industrie, terwijl de service sector (IT en administratie) een gestage groei laat zien.

Volgens recente peilingen van Gallup heeft slechts 25% vertrouwen in de economie, terwijl 52% van de ondervraagden niet tevreden zijn met de ‘State of the Country’.

Een vergelijking met de Nederlandse economische cijfers biedt een interessante kijk op het traditionele beeld van Amerika als een flexibele economie met een lage werkeloosheid. In plaats van het standaard werkeloosheidspercentage als procent van de beroepsbevolking, geeft onderstaande tabel verhoudingen weer ten aanzien van de totale bevolking met nominale cijfers als uitgangspunt (vanwege mijn wantrouwen t.a.v. procentuele cijfers). Het blijkt overigens haast onmogelijk om op Eurostat nominale cijfers op te vragen, en evenmin bij het Franse INSEE en in mindere mate bij het Duitse SBD. Continue reading

Bericht uit Nieuw-Nederland (2)

Fortuyn in Amerika

Van oudsher (tenminste in elk geval niet vroeger dan rond 1600) staat Amerika bekend als het land van de ongekende mogelijkheden en dat imago trekt immigranten van over de hele wereld. De Amerikaanse droom: van krantejongen tot miljonair, vind je hier op de hoek van elke straat. Vaak werd Amerika dan ook als het beloofde land gezien, geinspireerd door religieuze of koloniale motieven. De eerste dichter van New York Jacob Steendam publiceerde onder andere een pamflet-achtig ‘Lof van Nuw-Nederland’ in 1661, waarin de overdaad en rijkdom bezongen wordt. Dat beeld van Amerika bestaat nog steeds. In 2001 waren er 2,1 miljoen Amerikanen met een financieel vermogen (exclusief vastgoed) van boven de 1 miljoen dollar op de 7.1 miljoen wereldwijd.

Maar de Amerikaanse droom is ook mythe, zo is volgens de Gini-index de inkomenskloof sinds 1967 alleen maar toegenomen, het aantal nieuwe miljonairs onder miljonairs percentueel afgenomen, en is het gemiddelde inkomen van Afros en Hispanics, meer dan $10.000 lager per huishouden dan dat van de blanke bevolking. Volgens de Human Poverty Index (HPI) van de Verenigde Naties staan de VS slechts op een 7e plaats, achter Nederland en Belgie, terwijl volgens het US Census Bureau 32,9 miljoen Amerikanen in 2001 onder de armoedegrens leefden.

Elke Amerikaan zal met folkloristische trots zijn persoonlijke Aeneis-genealogie vertellen, van de Sefardim, de Duitse ‘Dorf-juden’ en Russische ‘Ostjuden’, de Askenazim, Zuid-Italianen, Ieren, Polen, of Mexicanen, Puerto-Ricanen, Koreanen, Chinezen tot de Indieërs. In 2001 werden 1.065.000 immigranten legaal toegelaten tot de VS. Maar op een bevolking van 281,5 miljoen is dat slechts 0.38%, vergeleken met Nederland, dat 133.500 immigranten telde in 2001 op een bevolking van 16.1 miljoen, oftwel 0.83%. Aan de andere kant, is vrijwel elke Amerikaan natuurlijk een ‘allochtoon’ en terwijl Europa angstig worstelt met haar imago als immigratie-continent, is dat imago in de VS deel van de politieke en morele massacultuur. Er bestaat een zekere heroïek rondom de immigrant, de immigrant is hier een Odysseus op zoek naar een betere toekomst voor zijn kinderen. In europa echter is hij een parasiet die de welvaartstaat komt uithollen. Continue reading

Bericht uit Nieuw-Nederland (1)

Goudkust

Slecht nieuws moet je altijd zonder ommega en direct vertellen. Hier komt ie dus: de echte Goudkust is geen serie over hockey meiden op een kneuterige Hollandse tv zender, maar is een kustgebied langs de Long Island Sound, de zeestrook tussen Long Island en Connecticut in de VS. Diepe zucht…

Sinds de aanleg van de spoorlijnen in de VS (vanaf 1826) streken rijke New Yorkers neer aan de kust tussen New York en New Haven (waar Amerikanen geloven dat naast rubber en de cotton-gin (dat apparaat dat de katoenplantages en dus de slavernij mogelijk maakte), de pizza is uitgevonden). Vanaf toen werd New York alleen nog maar onleefbaarder en de rijken er alleen nog maar rijker. Dit gebied is ook voor de meeste NY-ers onbetaalbaar, en je vind je er rustieke landhuizen in de voor New England zo typerende en zogenaamde koloniale stijl. De muren zijn gebouwd met elkaar overlappende (doorgaans plastic) planken rondom een centrale stenen schoorsteen, de ramen zijn voorzien van luiken en de deur van een tempelachtige portaal met kolommen. Hier is het gezinsleven nog omringd met iets heiligs, vind je nog prive strandjes waar je als beetje beschaafd mens niet zonder kunt, een aanleg steiger in de achtertuin voor je jacht en voor wie dat niet betalen kan zijn er tientallen publieke jachthaventjes. Dit is hét Sub-Urbia van New York City (misschien is er enige concurrentie van het niemandsland in New Jersey) waar de nazaten van Joodse en Italiaanse mafia hun verzadigde, nu legitieme leventjes leiden, voor zover je het jaren 90 kapitalisme legitiem kunt noemen.

In de ochtendspits forenzen de directeuren, advocaten, consultants, speculanten en accountants naar downtown Manhattan of Stamford, ‘de stad die werkt’, het witte boorden Rotterdam, in de schaduw van de grote appel. Sinds Guilliani is NY dan wel de stad zonder ‘vice’, goedkoper wordt een stad daar niet van, ook voor multinationals niet. Stamford is dan ook vooral bekend vanwege die internationals en bedrijfsdivisies die er naar uitweken en hun hoofdkantoor hebben gevestigd op 40 minuten treinen van Grand Central. Om enkele bedrijven te noemen die er hun zetel hebben: Xerox, Pitney Bowes, GE Capital Services, Van Ommeren USA, Guinness America, Titan Sports (bekend van de World Wrestling Federation hoewel dat volgens mij alleen in de VS bestaat), USB Warburg en de Gartner Group. Kantoorflats torenen boven het centrum uit en de voormalige snelweg US1 of Route 1, snijdt dwars door het hart van de stad. Continue reading